indo2017.reismee.nl

Van Nederland naar Jakarta

Na een aantal weken vreselijk hard werken, met nog een aantal koor-en cabaret-optredens daar boven op stonden we dan toch echt om half twaalf 's ochtends bepakt en bezakt bij de bushalte. We konden nog een vroegere trein naar Schiphol halen dan we uitgezocht hadden. Helaas was er een wisselstoring waardoor we in Leiden moesten overstappen, maar al met al waren we toch nog zo vroeg op Schiphol dat balie 31 van Garuda Indonesia nog niet open was. Desalniettemin stond er al een flinke rij. We checkten in en hadden nog tijd voor een lunch met hamburger.

Om 16.45 zou ons vliegtuig vertrekken. Het boarden ging volgens plan maar we vertrokken drie kwartier later dan gepland. Maar uiteindelijk vlogen we. De reis ging prima. Er waren wat films, niet zoveel als bij de KLM en vooral Aziatisch. Zo bekeek ik een Japanse speelfilm over cheerleaders. Het eten was lekker en de bediening vriendelijk. Helaas zat er een jong gezin achter ons met een luidkeels krijsende baby en een tweejarige die voortdurend tegen mijn stoel trapte. Uiteindelijk heb ik gevraagd of haar vader kon zorgen dat ze daarmee ophield, want slapen was daardoor niet mogelijk.

We sliepen allebei uiteindelijk toch een uur of vier a vijf, niet gek - maar 13 uur blijft lang natuurlijk. Herman had zijn nieuwe geluiddempende koptelefoon op en was zo onder zeil. Ik zat met Ohropax in en beiden hadden we een ooglapje.

We gingen vlot door immigration. Toen ook de koffers de reis volbracht bleken te hebben kon de reis echt beginnen - Indonesia here we come!

In de hal stond onze chauffeur al te wachten met een bordje met de naam Rensink erop. Gelukkig mocht ik ook mee in de 16-persoonsbus die we geheel voor onszelf hebben.

We hadden ons ingesteld op: naar het hotel en lekker douchen, maar Nanang, onze chauffeur, die Nederlands bleek te spreken stelde voor om een wandeling met local guide (dat zei hij dan wel in het Engels) te doen. Hij koppelde ons aan een wat oudere enigszins mank lopende man die Tutru heette en ook Nederlands sprak. Die nam ons mee naar een museum over de geschiedenis van Jakarta, dat in een VOC gebouw was gevestigd. Het was gek om daar allemaal Nederlandse namen tegen te komen zoals Cornelis Houtman. Er hing ook een Nederlandse poster:

Nederland is een belangrijk deel van de geschiedenis van Java. In  het Bahasa Indonesisch is een derde van de woorden van Nederlandse afkomst. Overal zie je Nederlandse invloeden, gebouwen, termen.

Na het museum liepen we langs een vuilnisbelt door een sloppenwijk naar het water. Wat een armoede, dat was wel even een cultuurschok! Piepkleine hutjes met golfplaten daken. Kippen en graatmagere katten scharrelden rond op zoek naar iets eetbaars. Vrouwen met baby's op de arm groetten ons vriendelijk. We mochten aan het water aangekomen in een bootje klimmen om een tochtje te maken. De schipper was in sarong gekleed en sprak geen woord Engels. We voeten langs oude, niet onderhouden schepen die lagen te roesten, maar nog wel in gebruik waren.

Het was wel bijzonder, zonder gids waren we hier nooit gekomen. We legden aan aan de overkant van het water. Daar moesten we met een trap tegen een muur opklimmen. Aan de andere kant was een stenen trap die in een arm dorpje uit kwam. Kleine huisjes, het leven speelde zich op straat af. Een eindje verderop mochten we in een tuktuk stappen die ons naar een Chinese tempel reed. Boeddhabeelden, wierook, offers, kaarsjes, gedenkplaatjes voor overledenen. Het was vertrouwd, we hebben vaak zulke Boeddhistische tempels bezocht. Overigens is Indonesië natuurlijk vooral een moslimland. Op straat zien we heel veel vrouwen met hoofddoek. Ik word gelukkig niet misprijzend aangekeken met mijn onbedekte blonde haar. We lopen in driekwartbroeken en met bedekte schouders, dat wordt wel op prijs gesteld.

De tuktuk bracht ons naar het Fatahilla Plein waar een groot statig wit gebouw stond waarop stond: gouverneurskantoor. Er werden knalroze Nederlanddse opoefietsen verhuurd waarop Indonesiërs met dito roze hoeden schaterend rond fietsten terwijl ze selfies namen. Erg maf!

We hadden wel trek inmiddels en we gingen wat eten in café Batavia met uitzicht op het Gouverneurskantoor. In dit café hingen foto's van Wilhelmina, Juliana, Beatrix en Willem Alexander. Het blijft gek om zover van huis zoveel Nederlandse dingen te zien. We aten heerlijk, nasi natuurlijk met sateh en groentes.

Nanang zat ons beneden op te wachten. Hij bracht ons naar ons hotel. Het was een chique hotel met goudkleurige pilaren. Het contrast met de sloppenwijk was gigantisch. We namen een douche en deden een powernapje.

We aten in het hotel, te moe om er nog op uit te gaan. We gingen om tien uur slapen en werden om tien voor zeven wakker van de wekker.

Reacties

Reacties

Wim

Interessant; ik begrijp dat de sfeer kalm en plezierig is. Geen bedelaars? Geen hangjongeren?

Pap/Andries

Een kleurrijk en boeiend verhaal. Zelf at ik zondagavond in Kota Radja (betekent: huis van de vorst) in Hengelo met Han Sie Dhian Ho en zijn vrouw Sonja, na mijn lezing voor de religieus humanisten. Han vertelde dat Garuda een heel veilige maatschappij is. Dat vond ik goed nieuws.

Glenn

Ziet er koloniaal uit en rustig inderdaad. En hoe is het eten? Zeker anders dan de Indo restaurantjes hier in NL.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!