indo2017.reismee.nl

Rond Yogya - fietsen, sultans en tempels

Opnieuw worden we om vier uur wakker van de koranverzen die luidkeels door de buurt schallen uit minstens 3 verschillende moskees. "Pas" twee uur later volgtde wekker. We ontbijten inmiddels (voor ons) traditioneel met fruit, sap, thee, toast en een vers bereid omeletje.

Onze chauffeur Kur staat al op ons te wachten, de fietstocht die we vandaag maken is drie kwartier rijden, ten westen van Yokya, waar de stad ophoudt en de sawa’s beginnen.

We voelen ons veilig bij onze chauffeurs hoewel het verkeer voor onze begrippen chaotisch en druk is. Iedereen lijkt kriskras door elkaar te rijden, en toetert voortdurend goedmoedig, puur als waarschuwing: "pas op hier rijd ik". Toch hebben we totnutoe nog geen aanrijdingen gezien, nou ja, tot vandaag dan. Op de andere weghelft ligt een man na een aanrijding dood, in een plas bloed, het bovenlichaam bedekt met kranten. Tragisch, afschuwelijk om te zien.

Kur is een - voor Indonesische begrippen - kalme chauffeur en brengt ons veilig naar ‘Towil Fiets’, waar we worden welkom geheten door een zeer relaxte, in locale kledij gestoken enigszins excentrieke man, Towil himself. Er staat een rij robuuste Nederlandse fietsen waar we uit kunnen kiezen - de meeste ouder dan wijzelf, wie weet nog wel uit de koloniale tijd!

Dan blijkt dat onze fietstocht begeleid wordt door een 3 man sterke cameraploeg die een (reclame)filmpje maakt over Towil Fiets voor een festival in Yogya, en bovendien heeft hij ook nog een vriend die meegaat. Zo gaan we zes man en 1 vrouw sterk op weg: twee cameraploegleden op een bromfiets, de rest op de klassieke fietsen. We voelen ons een filmster!

Om de paar minuten stoppen we omdat Towil een vrucht, boom, plant of struik wilaanwijzen, meestal is er dan een bekend ingrediënt van de Aziatische keuken te vinden. Citroengras of bosuitjes die hij van een grote pol scheurt, citroenblaadjes die zomaar aan een boom groeien, bananen, ananas, pandanrijst, cacaobonen, mango, enz.

We stoppen bij een piepklein kleuterschooltje waar we in de twee klasjes mogen kijken. Voor de school zitten twee moeders valse wimpers te maken van mensenhaar.

De kinderen zijn vier tot zes jaar oud. Ze dragen allemaal een schooluniform en alle meisjes dragen een hoofddoek. Jongens en meisjes zitten gescheiden, wel in 1 lokaal maar apart van elkaar. De juf doet wat rekenspelletjes uit een boekje (hoeveel Gambing -geiten- zie je hier?). De kinderen lijken geen eigen boekjes te hebben.

Buiten de school spelen twee jongens met een dode slang die ze net gevonden hebben, en even later zien we een nog levende slang (van anderhalve meter) op straat kronkelen. Wij vonden het heel wat maar niemand schenkt erverder veel aandacht aan.

Ineens stopt Towil bij een huisje om een oude oma te begroeten, een stokoud vrouwtje dat met water uit een put zit af te wassen, en iedereen welkom komt heten.

Het is ons onderhand duidelijk dat Towil iedereen in de wijde omgeving kent; overal wordt hij hartelijk begroet en met iedereen maakt hij een praatje. Zijn vriend is bovendien een uitstekende gids, hij legt ons de dingen uit terwijl Towil de sociale contacten onderhoudt.

We rijden verder langs sawa's en irrigatiekanalen die nog door de Nederlanders aangelegd zijn. Overalin de rijstvelden wordthard gewerkt. Rijst wordt met de hand gezaaid door vrouwen die tot hun knieën in de blubber staan. Plantje voor plantje, met gekromde rug in de hitte.

Een eind verderop stoppen we bij een bamboehuisje waar we binnen mogen kijken. Vertrekken met aarden vloeren, met gaten in de muren in plaats van ramen, een minuscuul slaapkamertje en een kookruimte waar op houtvuur gekookt wordt.

We vervolgen onze tocht en gaan op bezoek bij een vrouw die ons laat zien hoe ze weeft met een weefgetouw, om wat bij te verdienen. Maaike moet het natuurlijk het ook even proberen, zo wordt besloten. En wat blijkt: een natuurtalent! Linkervoet induwen, rechter hand naar voren en achteren, rechter voet naar beneden enz. Er wordt een lange ongeveer 20 bede doek gemaakt, die als een soort corset bij de klederdracht gebruikt wordt, om de batik rok op te houden, een soort cumberband dus. Dat weet ik (nu) omdat ik bij wijze van verrassing helemaal aangekleed word in locale kledij. Het bovenstukje is wat krap maar ik zie er best goed uit!

We fietsen weer door en doen nog iemand aan die sojabonen tot tempeh verwerkt en een rijstfabriekje waar de rijst machinaal gepeld wordt. Na een prachtige tocht van drie uur zijn we weer terug bij ons startpunt waar Kur nog zit te wachten. We krijgen thee met in bananenbladeren verpakte rijstsnacks en nemen hartelijk afscheid van onze gidsen en de cameraploeg

Kur rijdt ons vervolgens naar het paleis van de sultan. Jawel, Yogyakarta heeft nog steeds een sultan, de tiende om precies te zijn en die heeft een paleis dat ook van de achtste en de negende sultan is geweest. We lieten ons rondleiden door een locale gids, een (meestal onverstaanbare, 1m45 lange) vrouw die vertelde dat ze katholiek is. We zien hier zoveel hoofddoeken, je zou bijna vergeten dat hier in midden-Java ook veel christenen wonen. Haar hele familie is katholiek zei ze. Ze leidt ons langs allerlei prullaria van de diverse sultans. "Dit is een foto van de zesde vrouw van de negende sultan", " dit was een scoutinginsigne van de negende sultan die toen hij in Haarlem op school zat Kleine Henkie werd genoemd." Kortom, veel in onze ogen volstrekt oninteressante feiten over de sultan en zijn voorvaderen. Het meest intrigerend zijn de wachters die met krissen op hun rug rondlopen.

Kur stelt voor om ook de rest van de dag goed te gebruikenen naar de tempel van Prambanan te gaan. Prambanan is een wereldberoemd enorm groot hindoetempelcomplex iets buiten Yogya. Het is van vergelijkbare leeftijd als de Borubudur, maar dan dus Hindoeïstisch, en met ook een soortgelijke geschiedenia van in de vergetelheid raken om in de 19e/20e eeuw te worden herontdekt en gerestaureerd.

We rijden even langs het hotel voor een snelle douche (fietsen is een zweterige bezigheid hier) en om iets schoons aan te trekken. In de buurt van de tempel lunchen we nog snel even, nasi goreng uiteraard inclusief kroepoek en saté.

Het tempelcomplex van Prambanan is bijzonder indrukwekkend - het zijn 8 los van elkaar staande tempels (en nog meer dan 200 in een straal van 5 km er omheen). Het is er onvoorstelbaar druk met voornamelijk Indonesische toeristen (het is immers zaterdag), hele bedrijven en scholen en natuurlijk de nodige buitenlanders - en allemaal maken ze selfies en foto’s en nog meer selfies. Dat is toch iets universeels.

We beklimmen de steile trappen van de tempels, bewonderen de beeldhouwwerken die er ook na 1000 jaar nog goed uitzien, voelen ons nogalklein in de schaduw vam deze giganten.

Zoekplaatjes:

Ze zijn dus eigenlijk gewoon te groot om op de foto te zetten - we nemen daarom wat meer afstand en lopen door het groen - en wat blijkt? Daar is verder NIEMAND! Dus konden we wat mooie kiekjes schieten.

We lopen nog een tijd rond en begeven ons uiteindelijk naar de uitgang via een bazaar waar we koelkastmagneten en een nieuwe zonnebril voor mij kopen omdat ik er weer eens op ben gaan zitten.

Reacties

Reacties

Annie

Wat een geweldig verslag???

Pap/Andries

Weer een heel boeiend verslag, dat mij een goed beeld geeft van het kleurrijke en veelzijdige stuk van Java dat jullie op deze dag hebben gezien en beleefd. Hartelijk bedankt, en ook verder veel plezier. Vrijdag had ik een gezellige avond bij het Geheim Genootschap en zondag ga ik bij Zutphen langs de IJssel wandelen, want het is nu heerlijk buiten, ruim 20 graden.

Els

Dat was weer genieten. Alles goed voorbereid, zodat je ongeveer weet wat je te wachten staat... maar een cameraploeg? Nee, vast niet!
Mooie foto's.. de leukste natuurlijk dat schattige witte poesje, zo bevallig poserend op de voorgrond van die imposante tempels....

Wim

Boeiend! Ben nooit in Indonesië geweest maar de verhalen passen in het Indië van mijn jeugd.
Over die boeddhistische en hindoeïstische overwoekerde heiligdommen: in de 14de en 15de eeuw kwam de Islam en na de15de eeuw waren er geen boeddhisten en hindoes meer op Java.Dat duurde tot in de 19de eeuw.
Over het christendom in Djokjakarta: Chtistiaans theologische studievriend (en later ook zwager) Niek is drie of vijf jaar daar predikant geweest.
En ook toen heette de sultan Hamenko Buwono (of iets gelijkluidends) maar die zal een ander nummer gehad hebben.

Peet

In bed alle verhalen gelezen. Jullie hebben een heerlijke vakantie zo re zien!

Arend

Ontzettend leuk, zo'n fietstochtje: dan zie je nog eens wat! Klinkt wel alsof jullie hierna weer aan een rustdag toe zijn.

Kregen jullie nog betaald, of tenminste korting, voor je rol in deze reclamespot? ;-)

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!